Op 2 april 2017 voer het Nederlandse zeilschip Noorderlicht voor de allereerste maal zo vroeg in het seizoen uit voor een expeditiereis langs de westkust van Spitsbergen. Ik had het geluk om uitgerekend bij deze unieke gebeurtenis aanwezig te zijn. Een week lang waren we ondergedompeld in de barre, maar prachtige landschappen in de arctische winter van Spitsbergen. Een week lang avontuur, waarin we vriendschappen voor het leven smeedden. Één week, meer was er niet voor nodig om door de Spitsbergen-Blues gegrepen te worden. Een reisverslag van onze eigen ontdekkingsreis.
Tot 2013 werd zeilschip Noorderlicht jaarlijks ingevroren in het zeeijs van Spitsbergen; in de Tempelfjorden nabij Longyearbyen om precies te zijn. Tot medio mei. Dan werd het schip weer bevrijd door de plaatselijke ijsbreker. De stijgende temperatuur, steeds grilligere winters en ditto ijscondities laten dit de laatste jaren echter niet meer toe. Oceanwide Expeditions heeft er daarom voor gekozen om de Noorderlicht in het seizoen 2017 al in april uit te laten varen. Niet eerder hadden toeristen de kans om Spitsbergen al zo vroeg in het seizoen met een zeilschip te verkennen. Voor de bemanning was dit bovendien de allereerste expeditie op de Noorderlicht: in december hadden Floris de Waard en Mariëlle van Twillert het zeilschip overgenomen van diens vorige eigenaar, Gert Ritzema.
Dat dit zo’n unieke reis betrof, was mij op voorhand eigenlijk niet bekend. Voor mij waren er andere redenen om specifiek voor deze vroege afvaart te kiezen: het licht en de arctische winter landschappen. Maart tot medio mei is in Spitsbergen het ‘lichte winter’ seizoen. Medio februari komt in Spitsbergen de zon weer voor de eerste maal boven de horizon en vanaf 19 april gaat ze al niet meer onder. De eerste week van april kon ik zo nog net profiteren van kleurrijke zonsondergangen en -opkomsten en de gedurende de dag nog laagstaande zon.
Dag 1 – Longyearbyen uit het zicht
Het is rond 5 uur ’s middags als we – na wat foto’s rond de kade te hebben gemaakt – richting de Noorderlicht lopen. Floris komt ons al tegemoet en heet ons vriendelijk welkom aan boord van het schip. We ontmoeten de rest van de bemanning – Mariëlle, Robert, Aries en Josefin – en expeditieleider Sarah Gerats met haar hond Nemo. We krijgen onze kamer gewezen en voelen ons direct thuis. Langzaam druppelen de laatste gasten binnen en al snel volgt het welkomstwoord van Floris: “Ladies and gentle people…”. Na de nodige uitleg over het schip en de veiligheid aan boord varen we rond kwart voor zes af van de kade. Met Longyearbyen verdwijnt de bewoonde wereld langzaam uit het zicht. Het voelt als een verlossing wanneer later die avond ook de laatste streepjes telefoonbereik wegvallen en we daadwerkelijk helemaal alleen en (nagenoeg) onbereikbaar zijn. Al snel schuiven we aan voor de eerste bijzondere maaltijd. Het eten is zó goed dat we ons niet kunnen voorstellen dat we de hele week zo verwend zullen worden.
Na het diner haast iedereen zich weer snel naar buiten, waar het nu voorzichtig sneeuwt. In de tussenliggende uren is het schip bedekt geraakt met een sfeervolle laag sneeuw. We varen langs Alkhornet; dé vogelklif van West-Spitsbergen. Vogels zijn er nu, zo vroeg in het seizoen, echter nog niet te bekennen. Om kwart voor tien gaan we voor de eerste maal voor anker in de in mist gehulde baai Ymerbukta.
Dag 2 – De eerste landing: Ymerbukta
Kwart over zeven in de morgen wordt het anker weer gehesen en varen we richting de landingsplaats in Ymerbukta. Op advies van Sarah lopen we voor het ontbijt eerst een rondje over het dek om van het schitterende ochtendlicht te genieten.
Zo’n twee uur later gaan we na de noodzakelijke instructie voor de eerste maal met de zodiac aan wal, op de zuidelijke oever van de baai. Daar vertelt Sarah eerst het een en ander over de veiligheidsmaatregelen in het geval we aan land een ijsbeer treffen. En geloof het of niet, maar de 10 jaar oude gepensioneerde sledehond Nemo fungeert als eerste verdediging. Door op de ijsbeer af te rennen zou de ijsbeer normaliter schrikken en weglopen. De volgende alternatieven zijn het maken van (mechanisch) lawaai, de flaregun en het geweer met exploderende kogels. De conclusie: leuk zo’n ijsbeer, maar aan land wil je ze gewoon liever niet tegenkomen.
Aan de kust van Ymerbukta doen we een wandeling over een besneeuwde heuvel, richting de Esmarkbreen gletsjer. De harde wind zorgt voor veel stuifsneeuw en de (her en der) diepe sneeuw maakt de ruim twee uur durende wandeling toch aardig inspannend. Het matige zicht onttrekt het landschap regelmatig aan het zicht, maar maakt wel dat Nemo vrij rond kan lopen en onderwijl de meeste aandacht opeist. Onderweg treffen we de nodige natuurlijke ijssculpturen en leidt het kruiend ijs aan de kust tot minstens zo interessante taferelen. De route terug naar de landingsplaats levert een spectaculair beeld op: de Noorderlicht – ons tijdelijke thuis – achter een zee van ijs.
Wanneer rond half één iedereen aan boord is en de zodiac weer aan het achtersteven is gebonden, schuiven we aan voor de (warme) lunch. Het wordt ons inmiddels duidelijk dat we ons over het eten geen zorgen hoeven te maken. Ondertussen wordt het anker gehesen en zet Floris koers richting Fjortende Julibukta, via de zeestraat Forlandsundet, waar we onderweg voor de eerste maal op het voorzeil varen. Onderweg schuiven de zo karakteristieke bergen van Spitsbergen aan ons voorbij. Het landschap verveelt geen moment, maar met een temperatuur van rond de -20 graden celsius worden we zo nu en dan toch gedwongen om binnen weer even op te warmen.
Dag 3 – Zonder slaap naar de Fjortende Julibreen
De hevige en ijzige kopwinden in Forlandsundet (de smalle en ondiepe zeestraat tussen West-Spitsbergen en Prins Karls Forland) zorgen voor een onstuimige avond en maken dat we niet (zoals gepland) om één uur, maar pas rond vier uur ’s nachts het anker laten zakken. Bij het horen van het ankeren kruipt een klein deel van de gasten direct uit bed om de nieuwe ankerplaats te bewonderen. En met goed recht, want het is een bijzondere ankerplek: we liggen tussen grote platen drijfijs, op enkele kilometers van de gletsjerwand van de Fjortende Julibreen. Het licht is adembenemend mooi: een gele gloed verrijst boven de gletsjer en contrasteert goed met het blauwe drijfijs rond het schip. Enkele keren duikt er op enige afstand een baardrob op om de nieuwe gast in de baai te inspecteren. De voorzijde van de Noorderlicht is tijdens de koude en onstuimige nacht bedekt met een flinke laag ijs, wat een wel heel fotogeniek tafereel oplevert.
De meeste passagiers hebben amper kunnen slapen. Het wordt door iedereen sportief opgepakt en gezien als onderdeel van dit mooie avontuur. Zonder protest gaan we rond negen uur aan land aan de noordzijde van de Fjortende Julibukta. Langs de kust lopen we richting het gletsjerfront. Onderweg zien we enkele rendieren op de naastgelegen helling omhoog lopen en vliegen de drieteenmeeuwen af en aan vanaf de bovenliggende klif. Het lijkt welhaast een voorjaarstafereel, met al die bedrijvigheid tegen een achtergrond van helderblauwe lucht, maar het omliggende winterlandschap verraadt dat we ons hier nog midden in de winter begeven. Onderweg zien we op enkele ijsbergen in de baai ook een tweetal – helaas van ons afgedraaide – walrussen liggen. In de tussentijd heeft de Noorderlicht een veiligere plek gezocht buiten het drijfijs, maar is er ook een vaarroute richting het gletsjerfront van de Fjortende Julibreen, waardoor we daar kunnen worden opgehaald. Ik kies voor de laatste vaart van de zodiac, in de hoop dat we dan nog via de nog luierende walrus kunnen varen. Ook Sarah ziet dat wel zitten en even later brengt Aries ons dan ook tot een afstand van zo’n 30 tot 40 meter van de walrus. Waanzinnig!
In de middag varen we verder richting Signehamna, waar we een bijzonder koude landing maken. Minus 27 graden Celsius en een stevige wind maken dat de gevoelstemperatuur extreem laag ligt. Een laagje extra dus. Over het zeeijs wandelen we richting een dal dat goed laat zien hoe het binnenland van dit deel van Spitsbergen eruit ziet. De wind is straf en de wandeling is voor velen dan ook op het randje wat kou betreft, maar het aangezicht van het dal is het zeker waard. Onderweg treffen we ook nog een eenzaam rendier en een watergat van een zeehond. Dat de wandeling een hoop energie gekost heeft wordt tijdens het diner goed duidelijk: in relatieve stilte wordt er flink gebunkerd om de reserves weer aan te vullen.
We blijven die avond voor anker liggen in de Krossfjorden, wat betekent dat we een (voor velen welkome) rustige avond beleven. Althans, tot op zekere hoogte; op enkele momenten wordt de nachtrust bruut verstoord door aanvaringen met van de nabijgelegen Lilliehookbreen gletsjer afgekalfd ijs. En dat alles ondanks de verwoede pogingen van Robert om het ijs uit de buurt van het schip te houden. Zijn samenvatting van de nacht: “Niet normaal, die ijsmachine stond echt op de atoomstand ofzo.”
Dag 4 – Intiem onderonsje met de Lilliehookbreen
Na het ontbijt wordt het anker gehesen en varen we richting de Lilliehookbreen. Pas wanneer je de wateren van Spitsbergen bevaart krijg je een indruk van de afmetingen van het landschap. Die gletsjer en bergen die een paar kilometer verderop lijken te liggen zijn in werkelijkheid nog een ruim uur varen. Bij de imposante en ruim 10 kilometer brede Lilliehookbreen varen we dicht langs het gletsjerfront. Met luid geruis kalft er een klein deel van de gletsjer af. Als dit al zo’n herrie maakt… Ondertussen hebben Floris en Aries wat gletsjerijs uit het water gevist voor later die dag.
In de middag landen we bij Camp Zoe, waar we na een kijkje in de Trappers Hut de heuvel oplopen en genieten van de indrukwekkende uitzichten op de Noorderlicht in de Krossfjorden van Spitsbergen. Het verrast me dat – ondanks het beperkte vaargebied – elke landing steeds weer anders is, zowel qua ervaring, omstandigheden als landschap.
Eind van de middag zijn we terug aan boord en varen we richtig de Kongsfjorden. Rond 9 uur laten we het anker zakken in Blomstrandhalvøya, in de nabijheid van de nederzetting Ny Alesund. Het is een wat bevreemdende gewaarwording om na drie dagen niemandsland plotseling weer iets van de bewoonde wereld te zien, al is het van vele kilometers afstand. Tijdens de prachtige en eindeloze zonsondergang wordt het uitzicht nog onwerkelijker, wanneer ook de paar lantaarns in het stadje fonkelen.
Bij de bar in het schip presenteert Floris een emmer vol gletsjerijs. “This is thousands of years old ice. You can buy this in Longyearbyen for 150 euro, but on the Noorderlicht it’s free!” Het gevolg: een explosieve stijging van de whisky consumptie.
Dag 5 – In volle vaart door het zeeijs
In de ochtend gaan we aan land bij Blomstrandhalvøya en wandelen we via een bevroren waterval richting Ny-London, naar de restanten van een oude marmermijn. We leren hier dat men er al snel achterkwam dat het marmer niet vervoerd kon worden: het uit het permafrost gehouwen gesteente valt in warme omstandigheden uit elkaar. De uit de sneeuw rijzende installaties – waaronder een roestige locomotief – zijn geduldige onderwerpen voor de aanwezige fotografen.
Eenmaal aan boord van van de Noorderlicht varen we terug naar het Zuiden; wederom door Forlandsunset, onderwijl geflankeerd door vele Noorse Stormvogels. De omstandigheden zijn echter compleet veranderd: het water is kalm en plots varen we door een zee van ijs. Ik volg Sarah en klim de boegspriet in, waar ik een fantastisch uitzicht heb op het schip en het ijs waar we ons doorheen ploegen. Zittend op de boegspriet is elk contact met het drijfijs voelbaar; een machtig mooie en onvergetelijke ervaring. Het is voor iedereen aan boord een bijzonder moment: enkele dagen eerder dreven we nog heel voorzichtig tussen het zeeijs in Ymerbukta, maar nu ploegen we er in volle vaart doorheen. Het resultaat van vier dagen ervaring en vertrouwen.
En alsof dit allemaal nog niet mooi genoeg was, passeren we niet veel later enkele zeehonden en weten we zelfs tot op ongeveer 50 meter van een baardrob te komen. Het dier blijft – tegen alle verwachtingen in – ongestoord liggen, terwijl de camera’s veelvuldig klikken.
Die avond gaan we voor anker in Store Jonsfjorden, nabij de Gaffelbreen. Laat op de avond zien we een Poolvos langs de rand van het bevroren fjord lopen. Met ontzag volgen we de kleine stip tien minuten lang door onze verrekijkers en telelenzen. Het maakt een waardige afsluiter van een heel bijzondere dag.
Dag 6 – Twee warme landingen
Een nieuwe dag, een nieuwe landing. Ditmaal gaan we via stukken drijfijs aan land bij de Gaffelbreen. Daar wandelen we de heuvel op voor wederom een indrukwekkend uitzicht op de gletsjer en het omliggende arctische winterlandschap van Spitsbergen. In de verte, aan de voet van de gletsjer zien we verschillende malen zeehonden uit hun waterhol het ijs op kruipen. Koude blijkt relatief: met minus 10 graden Celsius is het aanzienlijk warmer dan de dagen ervoor en wordt er welhaast geklaagd over de ‘hitte’.
Die middag varen we verder door Forlandsundet en maken we in de middag nog een landing bij Poolepynten, één van de beste plekken op Spitsbergen om walrussen te spotten. De walrussen krijgen we helaas niet te zien, maar we genieten onverminderd van de vlakke wandeling over het bevroren meer. In tegenstelling tot alle eerdere landingen, is het dit keer flink aanpoten om de zodiac te bestijgen en terug te varen. In de derde en laatste boot maken we flink water en keren we uiteindelijk met ijs bedekte kleding en een avontuur rijker terug aan boord van de Noorderlicht. We varen verder zuidwaarts en gaan later die avond voor anker in Trygghamna. Rond middernacht valt op hoe het licht en de kleuren in de voorbije week zijn veranderd: de schemer blijft veel lichter dan voorheen en van de paarsrode luchten is al geen sprake meer.
Dag 7 – Bitterzoet
De dag start frisser dan anderen: niet vanaf het dek, maar in het water. Samen met vier andere passagiers en Sarah en Josefin maak ik een duik in het ijskoude water. De deelnemers worden onder luid applaus en met enige verbijstering weer terug aan boord verwelkomd. In de hut steekt Floris een belerende vinger op: “Oh! Oh! Oh!”. Mariëlle legt daarop uit dat het eigenlijk maar een gek idee is dat je de hele reis je best doet om mensen uit het water te houden, om ze er vervolgens vrijwillig in te zien springen. Tja.
Na deze energieboost en een prima ontbijt maken we een landing bij Alkhornet; de vogelklif die we de eerste avond al gepasseerd waren. We worden aangenaam verrast door de activiteit van vogels rond de klif, terwijl vanuit het zuidwesten grote groepen zeekoeten richting het land vliegen. Tegen een achtergrond van prachtig licht zijn we getuige van de eerste stappen van het voorjaar in Spitsbergen; een onbeschrijflijk gevoel. Niet veel later zien we op een tiental meters afstand een kudde Spitsbergenrendieren grazen. Wat een geweldige laatste landing! Voor we door Aries met de zodiac worden opgehaald laat ik me nog eenmaal achterover in de sneeuw vallen. Minutenlang denk ik nergens aan en ben ik alleen hier, begraven in de sneeuw op de oever van Alkhornet.
Eenmaal aan boord genieten we weer van een hele bijzondere lunch, maar terwijl we via Ymerbukta koers zetten voor Longyearbyen wordt iedereen ook duidelijk dat de reis langzaam zijn einde nadert. We krijgen een laatste instructie van Sarah: of we in Longyearbyen allemaal van boord willen gaan, zodat de crew het een en ander kan voorbereiden. Wat we gaan doen, mogen we zelf bepalen, zolang we maar om half zeven terug zijn. We slenteren wat door het stadje dat nu veel groter, drukker en luidruchtiger lijkt dan toen we vertrokken. Eenmaal terug op de boot zien we meteen wat er voorbereid moest worden: de ramen zijn afgeplakt en binnen zijn de tafels prachtig gedekt. De bemanning serveert ons een heerlijk Captain’s Diner met bijpassende wijnen op het huis. Wat een avond! De afsluiting is echter ook bitterzoet: een aantal passagiers moet vroeg in de ochtend al van boord en zegt nu alvast vaarwel. In een week tijd zijn er mooie vriendschappen ontstaan en met al die drank wordt er door de paar nachtbrakers natuurlijk nog een poos over het leven gefilosofeerd.
Dag 8: De Spitsbergen-Blues
We pakken onze spullen in en ontbijten in een kleiner gezelschap dan anders. Het voelt vreemd dat we nu voor de laatste maal samen eten. Met heel veel pijn in het hart nemen we afscheid van elkaar en de crew. Het voelt onwerkelijk dat we elkaar na een week van intensief contact en vriendschap wellicht nooit meer zullen zien. Ik hoop op het tegendeel.
Enkele dagen na de zeilreis weet ik het zeker: de Spitsbergen-Blues heeft me te pakken en laat me niet meer los…
Ben je geïnteresseerd in een expeditie rond Spitsbergen met zeilschip Noorderlicht? Bekijk dan de website van Oceanwide Expeditions. Hou daarnaast mijn blog in de gaten voor mijn ‘fotografie reisadvies’ voor Spitsbergen.
Fantastische foto’s Martijn !
een feest voor de netvliezen.
hoog niveau
polair zelfs
blij dat ik je op tijd geliked heb.
wat ik nou wel mis:
een selfie …..